Van een rechtstreeks verband met de prijs is slechts sprake indien de subsidie specifiek aan het gesubsidieerde orgaan wordt betaald om een welbepaald goed te leveren of een welbepaalde dienst te verrichten. Dit verband tussen de subsidie en de prijs moet duidelijk blijken uit een onderzoek van de concrete omstandigheden die aan de basis van de betaling van de tegenprestatie liggen. Daarentegen is het niet nodig dat de prijs van het goed of de dienst, of een deel ervan, bepaald zou zijn. Het volstaat dat hij bepaalbaar is (H.v.J. 22.11.2001, C-184/00, Office des produits wallons, r.o. 11-13).
Circulaire 2022/C/100 betreffende de btw-regeling die van toepassing is op autonome gemeentebedrijven, meer bepaald:
"Vóór de aanvang van de activiteiten of vóór het begin van een nieuw boekjaar bepaalt het AGB de prijs van elk van de diensten die het zal verrichten (in voorkomend geval wordt voorelk van deze diensten een andere prijs vastgesteld naar gelang van de aard van de afnemer van deze diensten (al dan niet inwoner van de gemeente, lid van een club, school, … ));"
"Op dezelfde manier, zal de gemeente vóór de aanvang van de activiteiten van het AGB of vóór het begin van een nieuw boekjaar van het AGB het bedrag van de prijssubsidie bepalen die zij voornemens is toe te wijzen aan elke door het AGB verleende dienst (in voorkomend geval met onderscheid naar gelang de aard van de ontvanger van de diensten); het is dus vereist dat het bedrag van de prijssubsidies bepaald is voordat het AGB enige dienst verricht;"
Tot slot wordt de aandacht erop gevestigd dat prijssubsidies enkel voor de toekomst kunnen worden vastgesteld of aangepast en niet voor het verleden. Zo is het mogelijk om in de loop van het boekjaar het bedrag van de prijssubsidies aan te passen, maar dan enkel voor de toekomst en niet voor het verleden. Volgens Circulaire 2022/C/100 mogen de prijssubsidies slechts tweemaal per jaar worden herzien.
De Gemeenteraad keurt de prijssubsidieovereenkomst voor het jaar 2023 met bijhorende prijssubsidiefactoren, vermeld in artikel 2 van huidige beslissing, ten voordele van het AGB Infrastructuur goed.
PRIJSSUBSIDIEOVEREENKOMST AGB Infrastructuur Maaseik
De Stad Maaseik erkent dat - op basis van een financiële analyse van de verwachte uitgaven en ontvangsten gedurende 2023 - de voorziene toegangsprijzen voor recht op toegang tot de sportinfrastructuur, museale infrastructuur en de eigen culturele programmatie verhoogd moeten worden met een prijsfactor opdat het AGB Infrastructuur Maaseik economisch rendabel is;
De Stad Maaseik wenst dat er tijdens het kalenderjaar 2023 gebruik kan gemaakt worden van de vrijetijdsinfrastructuur van AGBI tegen een schappelijke prijs. De Stad Maaseik wenst immers de toegangsgelden te beperken opdat de vrijetijdsinfrastructuur toegankelijk is voor iedereen. De Stad Maaseik verbindt er zich toe om deze beperkte toegangsgelden te subsidiëren middels de toekenning van prijssubsidies op basis van prijsfactoren en dit door vanaf 1 januari 2023: