De Vlaamse Regering moet bij de verdeling van de stemrechten in elk geval rekening houden met de volgende twee objectieve criteria: 1. de verhouding tussen het aantal sociale huurwoningen per gemeente; 2 de verhouding tussen het aantal huishoudens per gemeente, maar zij kan ook rekening houden met bijkomende criteria die door de gemeenten worden voorgesteld, evenals met het advies van de gemeenten over het gewicht dat aan elk criterium wordt gehecht.
De stemrechten van de lokale besturen die deel uitmaken van het werkingsgebied in de algemene vergadering van de toekomstige woonmaatschappij worden verdeeld op basis van volgende criteria en met het hieronder bepaalde gewicht:
Op basis van 3 objectieve criteria met respectievelijke wegingscoëfficiënten:
Deze beslissing wordt aan de provinciegouverneur bezorgd en aan de Vlaamse minister van wonen via het mailadres woonmaatschappij@vmsw.be.