Het college van burgemeester en schepenen brengt volgend advies uit aan de provincie Limburg met betrekking tot het beleidsplan Limburg: Ruimtepact 2040 (in opmaak):
De strategische visie zoals opgenomen in het voorontwerp van het ‘Beleidsplan ruimte Limburg’ valt binnen de krijtlijnen die de stad Maaseik vandaag zelf heeft vooropgesteld voor de verder ruimtelijke ontwikkeling van de stad.
SD1 – De ruimtelijke regionale eigenheid valoriserenVoor wat de situering van Maaseik binnen het ‘referentiekader ruimtelijke regionale eigenheid’ en de doelstellingen en acties wat hieraan verbonden zijn volgt het college van burgemeester en schepenen van de stad Maaseik deze verdere uitbouw van de opgenomen gebieden. Deze historische eigenheid met specifieke kenmerken moet bewaard blijven, de toeristische trekpleisters binnen deze gebieden verder uitgewerkt. Dit wordt mee opgenomen in de strategische visie van het BRL.
SD2 – Steden en dorpen gericht versterkenOok de ambitie van deze strategische doelstelling steden en dorpen versterken om ervoor te zorgen dat er meer stedelijke beleving is en vitalere geconcentreerde stads- en dorpskernen en om er voor te zorgen dat er minder versnippering is van de open ruimte en om de modal shift in de hand te werken kan gevolgd worden. Hierbij gaat de focus liggen op de regionale woonmarkten, de bovenlokale en lokale kernen en de vervoersinfrastructuur. De verschillende kerntypes vervullen hun eigen rol en eigenheid binnen de ruimtelijke structuur en het functioneren van de regionale woningmarkten in Limburg. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de lokale kernen (bv. Voorshoven, Opoeteren, Dorne, Wurfeld, Aldeneik) en Neeroeteren. Vanuit de stad wordt er echter wel een onderscheid gemaakt en is de ambitie om binnen de kern van Neeroeteren, zijnde met respect voor de identiteit van de kern, op een intensievere manier gebruik te maken van de kern en deze als woonkern te versterken. Dit steeds in combinatie met het behoud en uitbouwen van de voorzieningen. Ook in de kern van Opoeteren moet de mogelijkheid krijgen om verder te ontwikkelen, met een strenge voorwaarde tot voorzien van kernversterkende functies bij het ontwikkelen van woongelegenheden.
SD3 – ruimtelijke ontwikkelingen en mobiliteit op elkaar afstemmenBinnen de derde strategische doelstelling zijnde het op mekaar afstemmen van ruimtelijke ontwikkelingen en mobiliteit stelt zich de vraag van de ontsluiting van het regionaal bedrijventerrein Jagersborg via een noordoostelijke ontsluitingsweg (Venweg).
De ontsluiting van het Regionaal bedrijventerrein Jagersborg – aangeduid als een economische drager binnen het beleidsplan ‘economische ruimte’ – moet opgenomen worden binnen dit BRL. De verdere ontwikkeling en uitbouw van dit regionaal bedrijventerrein, en het aantrekken van bijkomende regionale bedrijven, is afhankelijk van een goede ontsluiting voor vrachtverkeer.
Voor de leefbaarheid van het stadscentrum en de ontsluiting van het industrieterrein Jagersborg is de opwaardering naar een verbinding voor vrachtverkeer van de Venweg cruciaal.
(zie bijlage afbeelding 1)
De ‘omleidingsweg’ werd niet expliciet opgenomen in de synthesenota van het RMPL. Er werd enkel een eerste aanzet gegeven tot uitwerking van de verschillende thema’s van het logistieke netwerk. De ‘logistieke kaart’ zal in fase 3 (ontwikkeling beleidsscenario) van de opmaak van het RMPL verder vormgegeven worden.
(zie bijlage afbeelding 2)
Dit wordt ook verder vermeld onder de focus van deze strategische doelstelling: ‘In afwachting van de verdere uitwerking van het RMPL wordt in dit voorontwerp Beleidsplan Ruimte Limburg voorlopig nog geen kaart opgenomen. De samenstelling van de kaart bevat inhoudelijke elementen van het mobiliteitsbeleid en is afhankelijk van het proces van het RMPL.’
Het is voor de stad Maaseik van groot belang om de realisatie van de omleidingsweg zo snel mogelijk te concretiseren.
Verder dient de verbinding tussen de regionale en provinciale kernen alsook de verbinding naar Nederland voor het autoverkeer behouden en geoptimaliseerd worden.
SD4 – het open ruimtesysteem versterkenHet vrijwaren van de open ruimte moet ten allen tijde nagestreefd worden. De open ruimte corridor beperkt echter wel de uitbreidingsmogelijkheden van de stadskern. In eerste instantie dient er binnen de kern gebouwde ruimte geïntensiveerd worden. Maar dit heeft ook zijn beperkingen, op lange termijn.
SD5 – competitief en duurzaam ondernemen faciliteren op de juiste plaatsenOmtrent competitief en duurzaam ondernemen faciliteren op de juiste plaatsen is het college van burgemeester en schepenen van mening dat, om het bestaande Regionaal bedrijventerrein verder te kunnen ontwikkelen en om het regionaal bedrijventerrein Jagersborg aantrekkelijk te maken voor vestiging van regionale bedrijven, er ingezet moet worden op de ontsluiting van dit bedrijventerrein. Het is voor de stad Maaseik van groot belang om de realisatie van de omleidingsweg zo snel mogelijk te concretiseren. Zoals aangegeven in deze doelstelling wordt hier gerekend op de opstart en uitrol van het RMPL. Hier wordt door het college van burgemeester en schepenen de bedenking gemaakt dat de uitrol van het RMPL 2030-2050, voor wat de timing betreft, beter afgestemd zou kunnen worden op het BRL.
Voor het optimaliseren van de werking van het regionaal bedrijventerrein is het noodzakelijk om de ontsluiting en bereikbaarheid van de verschillende vervoermodi te verbeteren. Het vracht- en autoverkeer zou gebaat zijn bij de aanleg van de voorgenoemde ontsluitingsweg. Verder sluiten wij ons aan bij de doelstelling voor het verhogen van het fietsverkeer en op die manier de modal shift positief te beïnvloeden. Hiervoor is nabijheid van tewerkstelling belangrijk alsook veilige fietsverbindingen naar dit bedrijventerrein. Op vlak van openbaar vervoer zal het RMP een grote rol spelen, een hoppinpunt geënt op de industrie zou geïntegreerd moeten worden.
Verder is het van belang de lokale bedrijventerreinen optimaal invulling te geven. Een beleidskader voor het opdelen van percelen op Jagersborg voor kleine Kmo’s wordt idealiter concreter uitgewerkt in samenspraak met de provincie.
De vrijetijdseconomie is sterk aanwezig in Maaseik. Het fietsroutenetwerk is een betekenisvolle drager voor toerisme en recreatie in Limburg. De natuur- en landschapsgebieden dragen bij aan de vrijetijdseconomie als door recreatief medegebruik. De toeristisch-recreatieve voorzieningen geïntegreerd in stad- en dorpskernen en op het platteland en de verdere ontwikkeling hiervan zijn zeer belangrijke elementen voor de verdere groei van en beleving in de stad- en dorpskernen. Hier moet volop op worden ingezet.
Het feit dat in het BRL binnen de stad Maaseik geen enkele industriegebied of recreatiegebied aangeduid staat als te schrappen wordt positief onthaald. Meer nog, het college van burgemeester en schepenen ziet in de toepassing van de strategische visie van het BRL, een positief verloop tot verder uitbouwen van deze ontwikkelingen en gebieden. Een visie die het college van burgemeester en schepenen ook heeft opgenomen in zijn beleidsnota.
SD6 – Duurzame energie integreren in het beleidGeen specifieke opmerkingen.
SD7 – meer ruimte geven aan de fietsersMeer ruimte geven aan de fietser is een doelstelling die het college van burgemeester en schepenen van de stad Maaseik met hun beleid nastreeft. Er zijn 2 belangrijke bovenlokale fietsnetwerken in Limburg: Het bovenlokaal functioneel fietsnetwerk met de fietssnelwegen als hoofdassen en het toeristisch-recreatief fietsroutenetwerk met het knooppuntensysteem. Beide van toepassing voor de stad Maaseik. De ambitie van deze doelstelling is om meer fietsgebruik te stimuleren in Limburg en Limburg als een nog betere fietsomgeving uit te bouwen. Het college van burgemeester en schepenen deelt deze ambitie.
Advies gecoro
Het college van burgemeester en schepenen vindt de input relevant. Deze input zal als bijlage aan het advies van het college van burgemeester en schepenen worden toegevoegd.