Terug
Gepubliceerd op 08/12/2021

2021_VB_00096 - Wijziging rechtspositieregeling: terbeschikkingstelling personeel - Goedkeuring

Vast Bureau
ma 29/11/2021 - 16:45 Maaseik
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Johan Tollenaere, Voorzitter; Myriam Giebens, Schepen; Ann-Sofie Custers, Schepen; Edgard Stijven, Schepen; Marc Vereecken, Schepen; Guido Geusen, Schepen; Bouchera Ait Aadi, Schepen; Maike Stieners, algemeen directeur

Secretaris

Maike Stieners, algemeen directeur
2021_VB_00096 - Wijziging rechtspositieregeling: terbeschikkingstelling personeel - Goedkeuring 2021_VB_00096 - Wijziging rechtspositieregeling: terbeschikkingstelling personeel - Goedkeuring

Motivering

Juridisch kader

  • Het bestuursdecreet van 7 december 2018
  • Het decreet lokaal bestuur artikel 326 ev. inzake het bestuurlijk toezicht
  • Het decreet lokaal bestuur artikel 285 ev. inzake de bekendmaking van besluiten
  • Het decreet lokaal bestuur artikel 185 inzake de terbeschikkingstelling van het personeel
  • De wet van 29 juli 1991 inzake de uitdrukkelijke motiveringsplicht
  • De rechtspositieregeling voor het personeel van de stad Maaseik

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 77-78 van het decreet lokaal bestuur
De raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd op basis van artikel 77-78 van het decreet lokaal bestuur

Besluit

Het vast bureau legt het volgende voor aan de raad voor maatschappelijk welzijn:

Artikel 1

Het vast bureau gaat principieel akkoord om de terbeschikkingstelling van het personeel in de rechtspositieregeling voor het personeel van het OCMW Maaseik als volgt op te nemen:

§1. De aanstellende overheid kan een statutair personeelslid conform artikel 185 Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (hierna: DLB) ter beschikking stellen van: 

1° een extern verzelfstandigd agentschap als vermeld in artikel 225 DLB;

2° een vereniging of een vennootschap als vermeld in artikel 475, 496, 501, 508 en 513 DLB;

3° een samenwerkingsverband als vermeld in deel 3, titel 3, DLB;

4° een vereniging als vermeld in artikel 386 DLB;

5° een andere overheid dan die vermeld in punt 1° tot en met punt 4°;

6° een vereniging zonder winstoogmerk als vermeld in de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de stichtingen en de Europese politieke partijen en stichtingen, waarin de gemeente al dan niet deelneemt en waarvan de activiteit verband houdt met een gemeentelijk belang.

§2. De terbeschikkingstelling is tijdelijk. 

§3. Voor elke terbeschikkingstelling wordt een overeenkomst opgemaakt tussen de aanstellende overheid en de gebruiker waaraan het statutaire personeelslid ter beschikking wordt gesteld. De aanstellende overheid beslist over de terbeschikkingstelling en sluit voormelde overeenkomst af. 

§4. Tijdens de terbeschikkingstelling blijft de statutaire band van het personeelslid met de Stad/het OCMW behouden. De Stad/het OCMW blijft de juridische werkgever van het terbeschikkinggestelde personeelslid. Het terbeschikkinggestelde personeelslid blijft onderworpen aan de rechtspositieregeling van de Stad/het OCMW, behoudens uitzonderingen die opgenomen zijn in de terbeschikkingstellingsovereenkomst. 

§5. De Stad/het OCMW staat verder in voor de betaling van de bezoldiging (maandsalaris, vakantiegeld, eindejaarspremie, maaltijdcheques, aansluiting hospitalisatieverzekering,...), behoudens uitzonderingen die opgenomen zijn in de terbeschikkingstellingsovereenkomst. De Stad/het OCMW vordert deze kosten terug bij de gebruiker waarnaar het personeelslid ter beschikking is gesteld. 

§6. De juridische werkgever, zijnde de Stad/het OCMW, blijft de tuchtoverheid voor het statutaire personeelslid. Indien er zich feiten voordoen die aanleiding kunnen geven tot een tuchtrechtelijke sanctie zal de gebruiker deze onmiddellijk melden aan de aanstellende overheid.

Artikel 2

Bovenvermelde wijziging van de rechtspositieregeling wordt aan de afgevaardigden van de representatieve vakbonden en vervolgens aan de OCMW-raad ter goedkeuring voorgelegd.