Met ingang vanaf 3 oktober 2021 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie gevestigd op de bestuurlijke inbeslagname en de stalling van voertuigen op het grondgebied van de stad Maaseik.
In dit reglement wordt verstaan onder:
De retributie bestaat uit twee delen en wordt als volgt vastgesteld:
voor een voertuig tot 3.500 kg:
° van 8u01 tot 17u00: 225 euro
° van 17u01 tot 22u: 275 euro
° van 22u01 tot 8u01: 300 euro
voor een voertuig vanaf 3.500 kg:
° van 8u01 tot 17u00: 600 euro
° van 17u01 tot 22u: 650 euro
° van 22u01 tot 8u01: 700 euro
binnenstallingskost per kalenderdag
§ 1. De retributie is verschuldigd door de persoon die de bestuurder/gebruiker was van het voertuig op het moment van de feiten die aanleiding gaven tot de inbeslagname van het voertuig.
§ 2. De houder van de nummerplaat en/of de eigenaar, dan wel bezitter, van het voertuig is de retributie verschuldigd indien de bestuurder in gebreke blijft.
§ 1. De totale retributie is verschuldigd bij opheffing van de bestuurlijke inbeslagname, en dient uiterlijk op het moment van ophaling van het voertuig betaald te worden.
§ 2. De betaling van de retributie dient contant te gebeuren, bij voorkeur met debet- of creditcard. De snelbalie van de stad Maaseik staat in voor de inning van de retributie.
§ 3. Op het moment van ophaling van het voertuig dient de verschuldigde retributie volledig betaald te zijn. Het voertuig wordt niet vrijgegeven zolang de betaling niet voldaan is.
§ 4. Indien de betaling van de volledige retributie niet voldaan is op de voorziene dag van ophaling en/of het voertuig niet opgehaald wordt op de voorziene dag van ophaling, wordt de stalling verlengd en de bijkomende bewaarkost eveneens aangerekend.
§ 5. Het voertuig wordt maximaal tot 6 maanden na de bestuurlijke inbeslagname bewaard. Indien de retributie na die 6 maanden niet betaald is, wordt het voertuig eigendom van de stad overeenkomstig artikel 2279 BW.
Bij gebrek aan betaling beschikt het gemeentebestuur, met het oog op de invordering, over de mogelijkheid om een dwangbevel uit te vaardigen voor de onbetwiste en opeisbare retributie, zoals voorzien in artikel 177 van het decreet lokaal bestuur. Voor de betwiste retributie kan het gemeentebestuur zich tot de burgerlijke rechtbank wenden.
Van dit retributiereglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.
Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286, 287 en 288 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.